
Welkom in onze wijk Quartier du Rempart.
Deze quartier (~stadswijk) heeft een rechthoekig patroon, gevormd door de parallelle straten Quai du Rempart en Rue du Moulin, en de kleine doorsteekjes Rue du Glacis en Rue de l'Imprimerie. Deze vier straatnamen verwijzen naar een rijk verleden met o.a. een (verdwenen) stadsmuur als onderdeel van de stadsversterking, een watermolen en een in de Verlichting belangrijke drukkerij. Door de aanwezigheid van een toegangspoort tot de stad komende van Frankrijk, Porte de France, was dit stadsdeel vroeger een cruciale plaats. De flottage du bois (houtdrijven) zorgde hier tevens voor grote bedrijvigheid: lange tijd kwamen in Bouillon de omgehakte boomstammen immers toe aan de Porte de France, waar ze uit het water werden gehaald. Het veelkleurige Quartier du Rempart, waar de Semois de stad binnen stroomt, was en is nog steeds een bijzondere plek!





Een rijke geschiedenis doorheen de eeuwen.
Van de 17de eeuw tot in de 21ste eeuw bruiste het Quartier du Rempart van leven.
We nemen u mee doorheen de bijzondere geschiedenis van deze wijk.

Quai du Rempart & Rue du Glacis
Zowel de straatnaam Quai du Rempart (de hoofdstraat gelegen aan de Semois) als Rue du Glacis (de Ruelle grenzend aan ons restaurant) verwijzen naar de versterkte stad die Bouillon ooit was. Op het tracé van de Quai du Rempart, de ‘kade van de stadswallen’ stond een vestingmuur. Het was Vauban, de gekende militaire architect van Lodewijk XIV, die omstreeks 1690 deze versterkte muur liet bouwen om de stad Bouillon te beschermen. Een hoge muur (3,5 m hoog) met kantelen en 60 cm dik, volgde min of meer de vorm van de Semois. Deze lange muur werd (ongeveer om de 180 m) versterkt met (in totaal negen) 5-hoekige bastions. Tevens werden drie poorten gebouwd, waarvan één vlakbij de huidige Pont de France, nl. de Porte de France. Deze stadswijk bevindt zich dus vlakbij een vroeger belangrijke plaats: namelijk de toegangspoort tot de stad komende van Frankrijk. Ook de Rue du Glacis verwijst naar een element uit de vestingbouw. Een ‘glacis’ is een glooiing of talud, een omhoog lopend terrein, om een verdedigingswerk heen.



Rue du Moulin
Dichtst bij het kasteel, parallel met de Quai du Rempart, loopt de Rue du Moulin (~Molenstraat), die ook zijn naam niet gestolen heeft. Hier stond ooit een molen: een watermolen aangedreven met water uit de Semois, dat via een aftakking (aan La Vanne) tot bij de molen kwam. De watermolen bevond zich ongeveer op de plaats waar Hotel du Roy nu is. Dus dicht bij de toenmalige toegangspoort Porte de France, dat deel uitmaakte van de verdedigingswallen rond de stad. De molen was een zogenaamde ban-molen: eigendom van het kasteel.Het water kwam vervolgens terug in de Semois via een afwateringsbuis ter hoogte van de huidige Papeterie. De ganse molenconstructie is nu verdwenen. Enkel de (brede) aftakking van de Semois (aan La Vanne) tot aan de grote parking beneden aan de Semois naast de brug is er nog. Deze aftakking is nu handig als eindpunt voor de kajaks.





Rue de l’Imprimerie
Dit ‘quartier’ wordt op het einde van de Rue du Moulin begrensd met een klein doorsteekje richting Semois: de Rue de l’Imprimerie.
Deze ‘imprimerie’ (~drukkerij) lag vlakbij, op het einde van het straatje in de Rue du Moulin nr. 2. Maar, dit was niet zomaar een drukkerij! Het was niemand minder dan Pierre Rousseau die in dat huis een drukkerij had en de Société Typographique huisvestte.
De Franse drukker Pierre Rousseau behoort tot het kransje van de zogenaamde encyclopedisten die, in de geest van de Verlichting die toen volop in zwang was, samen werken aan de productie van encyclopedieën. Rousseau lanceert in 1756 zijn eigen Journal Encyclopédique. Het is geen werk in boekvorm, maar een encyclopedie die gevormd wordt door periodieke publicaties. Omdat de censuur op dergelijke publicaties in Frankrijk ondertussen groot wordt, vestigt hij zich in 1760 in Bouillon. Bouillon speelde een belangrijke rol in het verspreiden van verlichte ideeën. Le Journal, die wordt uitgegeven tot in 1793, is een internationaal succes. Rousseau heeft de smaak te pakken en wordt schatrijk. Hij en zijn medewerkers verhuizen naar de Rue du Moulin, waar hij een drukkerij voor boekwerken, de Société Typographique, opricht. Bouillon leeft van de drukkerij en verwerft naam en faam in heel Europa.

.jpg)

12 mei 1940
Bij een verwoestend Tweede Wereldoorlog-offensief op 12 mei 1940 werden een aantal strategische delen van de stad door bombardementen met de grond gelijk gemaakt. Het gaat hoofdzakelijk om wijken die gelegen zijn aan de bruggen, die van strategisch belang waren om de Duitsers de doortocht naar de Maas in Sedan te verhinderen. Zo werd de wijk Maladrerie alsook de brug Pont de Liège verwoest. Hetzelfde lot onderging deze wijk…




De veelkleurige Quartier du Rempart:
thuis van vele kunstenaars.
Vele kunstenaars woonden in deze wijk: de bekende schilderes Angelina Drumaux, de dichter Charles Van Lerberghe, de schrijver-dichter Louis Boumal, de schilder Guillaume Edeline en de beeldhouwer Henri Albert. Het veelkleurige Quartier du Rempart, waar de Semois de stad binnen stroomt, was en is nog steeds een bijzondere plek!

Het huis waar de Franse drukker Pierre Rousseau in de tweede helft van de 18de eeuw een drukkerij vestigde (Rue du Moulin 2), werd later het geboortehuis van een belangrijke figuur. Het gaat over de succesvolle schilderes Angelina Drumaux die er op 23 januari 1881 werd geboren (1881) als dochter van Arthur Drumaux (1847-1920), leraar aan het Collège de Bouillon en dichter. Hij schreef dichtbundels waaronder “Fleurs d'Ardenne” in 1887 en “Chants de la Semois” in 1918.
Dochter Angelina schilderde in een impressionistische stijl die naar het Luminisme evolueerde. Het Luminisme is een stroming in de schilderkunst (tussen circa 1880 en 1915) waarbij licht en kleur centraal staan. Het prachtige oeuvre van Angelina, ook wel de La Fée des Fleurs genoemd, kenmerkt zich dan ook door veel lichtschakeringen en een accentuering van sterke lichteffecten.
Ook de schilder Guillaume Edeline had met dit huis in de Rue du Moulin nr. 2 een speciale band, aangezien hij er een tijdlang woonde en er achteraan een prachtig atelier had. In 1943 maakte Edeline een mooi schilderij met zwarte inkt van dat huis. Het werk kreeg de toepasselijke naam Maison des Encyclopédistes. Een knipoog naar de drukkerij Société Typographique van Rousseau die er ooit gevestigd was. De schilder was uit Namen afkomstig maar was gedurende twee periodes (vanaf 1924 en vanaf 1944) leraar tekenen aan het Koninklijk Atheneum van Bouillon. Veel van zijn prachtige werken brengen de streek van Bouillon in beeld.


Vele kunstenaars woonden in deze wijk: naast Angelina Drumaux en Guillaume Edeline, was het tijdlang ook de verblijfplaats van de dichter Charles Van Lerberghe. Deze Gentse dichter kwam graag naar Bouillon, om er zich in alle rust te wijden aan de kunst van het dichten. Het was dan ook hier dat hij succesvol in zijn pen klom om zijn meesterwerk La Chanson d'Ève (Het lied van Eva) neer te schrijven, dat in 1904 in Parijs werd gepubliceerd. Meer info zie deze blogpost: Maison Chanson d’Eve.
Ook de schrijver-dichter Louis Boumal woonde met zijn familie in de Quai du Rempart. Louis werd in 1890 in Luik geboren en trouwde met Marie-Thèrèse Werll. Hij werd op 1 oktober 1913, pas afgestudeerd als doctor in de Romaanse filologie, leraar Frans en Latijn aan in het Atheneum in Bouillon. Louis Boumal was een veelbelovende jonge schrijver wier lot door de oorlog werd afgebroken. Ook zijn gezinsgeluk wordt door de mobilisatie doorkruist: zijn vrouw is zwanger als hij in augustus 1914 vanuit Bouillon moet vertrekken. Aan het front werd deze luitenant van het 5e regiment van de Linie bewonderd door zijn kameraden, zowel voor zijn moed als voor zijn schrijverschap. Op 25 oktober 1918 werd hij opgenomen in het ziekenhuis in Brugge, waar hij vijf dagen later stierf aan de Spaanse griep, twee weken voor de wapenstilstand. Boumal heeft zijn dochter Marie-José, die werd geboren na zijn vertrek in 1914, helaas nooit gezien. Op de Quai du Rempart hangt een herdenkingsplaat op de plaats waar het gezin Boumal woonde. Boumal is ook vermeld bij de oorlogsslachtoffers op het Monument aux Morts in Bouillon. In Luik werd een straat naar hem genoemd en in het Parc de la Boverie staat een herdenkingsmonument.

